In de periode tussen 0 en 6 jaar is een kind het meest gevoelig om spraak en taal te leren. Vanaf de geboorte wordt er tegen het kind gesproken en het kind hoort om zich heen gesproken taal. Het kind zelf maakt geluiden door te huilen en al gauw door keuvelgeluidjes. De omgeving reageert daarop en die reacties zijn erg belangrijk voor het verdere ontwikkeling van het spreken. Een kind gaat geluiden die een vader/ moeder tegen hem maakt, nadoen. Vanuit deze imitatie ontwikkelt zich tenslotte het praten.