Wat zijn spraakproblemen?
Een kind ontwikkelt zijn of haar spraak vooral in de eerste levensjaren. Het gaat meer klanken en woorden goed uitspreken. Rond het vijfde jaar beheerst een kind de meeste klanken.
Wanneer de spraak duidelijk achterblijft bij die van leeftijdsgenoten kan er sprake zijn van een vertraagde spraakontwikkeling. Dit geeft problemen in de communicatie en kan zorgen voor frustratie. Een vertraagde spraakontwikkeling gaat vaak samen met een vertraagde taalontwikkeling, maar dit is niet altijd het geval.
Het kan zijn dat een kind (tijdelijk) niet goed hoort of dat er afwijkingen zijn aan de lippen, tong of het gehemelte, of er kunnen onderliggende neurologische of verstandelijke problemen zijn.
Andere spraakproblemen zijn nasaal spreken, waarbij er te veel of te weinig lucht door de neus gaat. Broddelen, stotteren of een verbale dyspraxie.
Bij een verbale dyspraxie heeft een kind moeite met het programmeren, controleren en automatiseren van de bewegingen die nodig zijn om te spreken. Er kunnen dan ook problemen met het eten en drinken of andere mondfuncties zijn.
Ook volwassenen kunnen spraakproblemen hebben als gevolg van gehoorproblemen, broddelen, stotteren, een neurologische aandoening, een beroerte, een ongeval, een spierziekte.
Hoe kunnen spraakproblemen worden verholpen?
Een logopedist doet onderzoek om te kijken waardoor een kind of volwassene niet duidelijk spreekt. Soms zal een logopedist doorverwijzen naar een Kno-arts om meer duidelijkheid te krijgen over het gehoor.
Op basis van de bevindingen zullen adviezen gegeven worden en zal er samen met u een behandelplan opgesteld worden.
Er zijn diverse behandelmethodes die afgestemd zijn op de specifieke problemen van u of uw kind.